Interview met Roemeens Europarlementarier Victor Bostinaru

Vertaald uit het Roemeens.

Mei 2010

Ik zal het woord maffia niet kunnen vermijden als ik refereer aan deze internationale adoptielobby, er zitten maffieuse aspecten aan die daar ondubbelzinnig aan doen denken. Het is niet inzichtelijk waar het geld voor hun projecten vandaan komt. De NGO’s die werken voor interlandelijke adoptie, geven geen zier om de kinderen die ze naar het buitenland hebben gestuurd. Ze weten zo goed als niets over ze of wat er van ze geworden is.

Er staat een citaat in het boek (Romania- for export only, R. Post) waar je leest hoe een Italiaanse maatschappelijk werker, vanuit zijn kantoor, drie standaardzinnen opschreef over een kind dat hij nooit bezocht had. Deze instanties oefenen constant druk uit op het Europees Parlement; de pressie is agressief en komt via duistere kanalen.

Je zou verwachten dat alles heel transparant zou gaan, met open vergaderingen waar alle standpunten gehoord worden en waar ze samen tot conclusies komen, maar zo gaat het dus nooit.
Het zijn zij alleen, met twee of vier Europarlementariërs die voor interlandelijke adopties lobbyen. Nooit een transparante aanpak.

Ik refereer aan een evenement die dit mooi illustreert. Patrizia de Luca zei dat ze iets had georganiseerd over het VN Verdrag voor de Rechten van het kind. Het was in de praktijk een Maffia-achtige manifestatie, met een onmiskenbare ons-kent-ons benadering. We nodigen alleen de NGO’s uit die wij willen, de NGO’s betalen dan weer de onkosten van de gasten.  En op het eind wordt er een verklaring aangenomen, welke lijkt te komen van een internationale bijeenkomst… Al deze elementen bevestigen dat we hier te maken hebben met een maffia-achtige opzet.

Deze NGO’s hebben zusterorganisaties in Roemenië. De twee meest uitgesproken NGO’s zijn SERA en Amici dei Bambini, die stelden zelfs  bestuurders van de kinderbescherming aan. Ook in de VS speelden er belangen en ook daar ging de lobby via de top, vaak via bilaterale politieke gesprekken, wat totaal onaanvaardbaar is en het gebrek aan integriteit van de Roemeense vertegenwoordigers toont.

De reden dat deze NGO’s in Roemenië blijven is een strategische: zodat Roemenië de interlandelijke adoptie weer kan heropenen. Ze blijven onder de radar, maar staan klaar. Zodra Roemenië weer begint met de interlandelijke adopties, uit eigen initiatief of als gevolg van internationale druk, dan komen deze NGO’s weer in actie. Ten tweede is het zo dat Roemenië, als een redelijk groot land een goed of juist een slecht voorbeeld kan neerzetten. Andere landen kunnen dat voorbeeld gaan volgen wat een een fatale klap zal zijn voor de interlandelijke adoptie. Zodra Roemenië heropent zullen ze onmiddelijk kinderen indentificeren en voor export voorbereiden.  Het is wel bekend dat er lijsten circuleerden van kinderen die interlandelijk adopteerbaar waren. Zij kregen een speciale behandeling, hadden andere kamers, ander eten en andere kleren. Hun foto’s circuleerden online als aanbod. Ze waren een product gereed voor internationale business.

Dit zou nooit meer mogen gebeuren in dit land.

(… Off-topic …)

[De interviewer vraagt of hij vanwege dit onderwerp last heeft gehad van bedreigingen]

«Ik had geen bloemen verwacht, wel dat ik mogelijk een doelwit zou worden of dat ze me in een val zouden laten lopen.

Op een bepaald moment heb ik de Roemeense geheime dienst gewaarschuwd over de risico’s met betrekking tot mijn veiligheid, ik weet niet of ze maatregelen hebben getroffen, ze hebben niks gezegd, maar ik blijf sowieso toch bij mijn standpunt.

In december 1989, toen de kogels door de  straat vlogen was ik niet bang, dan ga ik nu niet bang zijn, alhoewel alles nu op zich veel geraffineerder kan.

Maar goed, het is helder dat het extreme perverselingen zijn en ik zal je vertellen wat Patrizia de Luca tegen me zei na het eerste debat in de Commissie toen ik haar aandacht had gevraagd voor het feit dat de Roemeense wet -en regelgeving opgelegd was door de Europese Commissie en het Europees Parlement. Roemenië kreeg EU steun, zowel financieel als praktisch via de Europese Commissie.

Oud Vice-Voorzitter Gunter Verheugen speelde hierin een uitzonderlijke rol en ik ben hem dankbaar voor de goede dingen die hij heeft gedaan voor mijn land. Deze vrouw [Patrizia de Luca], ze was toen slechts hoofd van een dienst, zei heel boos tegen mij: ‘Maar hij is geen Vice-Voorzitter van de Europese Commissie meer!’ Ze deed alsof de Commissie het eigendom is van de Commissaris tijdens zijn mandaat en of zijn werk en wat hij heeft bereikt weg is zodra hij stopt!

Dit betekent dat de mensen van de lobby geen grenzen kennen, niets houdt ze tegen. Ze hebben geen scrupules en ze zijn bereid hun baan te riskeren, tenminste hun zichtbare, voor hun doel. »